vrijdag 15 november 2013

En de armen, ze werden steeds ...




Een van de meest kleurrijke personen van onze tijd is Yernaz Ramautarsing. Geboren in Suriname besloot hij op zijn twaalfde om president van dat land te worden, maar later bedacht hij dat studeren in Nederland eigenlijk ook geen slecht idee was. Of hij minister-president van Nederland wil worden, weet ik niet, maar als lid van de Libertarische Partij streeft hij wel naar een Nietzschiaanse herwaardering van alle waarden. Hij heeft een hekel aan Zwarte Piet en gelooft rotsvast in het kapitalisme. Kortom, een man om rekening mee te houden. Laatst was hij weer eens op de radio. Zijn faam als debater is inmiddels zo groot dat zijn aangekondigde tegenstander niet was komen opdagen. Yernaz had dus het rijk alleen, of toch bijna: alleen de presentator bood wat tegenwicht.

Aanhangers van het kapitalisme hebben het nadeel dat ze hun positie altijd moeten verklaren. We zijn nu eenmaal opgevoed met het idee dat alles eerlijk moet worden verdeeld, eigenbelang en egoïsme staan in laag aanzien. Om die reden zijn velen geneigd om het socialisme te verkiezen boven het kapitalisme. Men kan de juistheid van die keuze op verschillende manieren bestrijden. Men kan er bijvoorbeeld op wijzen dat de verdeling van de rijkdom onder het kapitalisme beter is geregeld dan onder het socialisme. Socialistische heilstaten lijken het patent te bezitten op hongersnoden, verarming en wanbestuur. Men kan er ook op wijzen, zoals bijvoorbeeld Patrick Van  Schie doet in een opgemerkt artikel, dat aan de roep om herverdeling eveneens hebzuchtige motieven ten grondslag liggen. Herverdeling komt namelijk neer op het zich toe-eigenen van de vruchten van andermans inspanning. 

Yernaz Ramautarsing
Yernaz pakt het anders aan. Als libertariër is hij een aanhanger van de filosofie van Ayn Rand,  het zogenaamde objectivisme. Het werk van Ayn Rand geniet in Europa nog altijd weinig bekendheid, dit in tegenstelling tot de Verenigde Staten, waar haar roman Atlas Shrugged werd verkozen tot het meest invloedrijke literaire werk na de Bijbel. Voor een objectivist is het nastreven van het eigen geluk het hoogste doel en ethisch juist, hij of zij heeft dus niets tegen hebzucht en eigenbelang. Altruïsme is een zonde, egoïsme een deugd. Tegenover de collectieve zelfbeschikking van de democratie, stellen libertariërs de individuele zelfbeschikking. Het enige sociale systeem waarin het individu zich vrij kan ontplooien, is volgens hen het laissez-faire kapitalisme, of zoals de aanhangers ervan zeggen: het enige echte kapitalisme. 

Net als bijvoorbeeld Thierry Baudet (1) heb ik wel de nodige bedenkingen bij de programmapunten van de Libertarische Partij. De individuele zelfbeschikking omvat het volledige recht op eigen arbeid, en dus bepleiten libertariërs de volledige afschaffing van inkomstenbelasting (hun devies, 'Belasting is diefstel', lijkt een rechtstreeks antwoord op de aloude leus 'Bezit is diefstal' van Proudhon). De overheid moet er vrijwel geheel aan geloven, er resten haar slechts enkele taken. Zelfs de democratie ligt onder vuur. Democratie behelst collectivisme, en dus zullen bij een democratische stemming, de minderheid, en zeker het individu, altijd overstemd. In het Paradijs der Vrijheid dat de libertariërs voor ogen staat, zal dat allemaal anders zijn, zo verzekeren zij ons.

Ayn Rand
Dat is allemaal heel opmerkelijk en een ernstige discussie waard, maar zolang de meest milde vormen van het kapitalisme nog onder vuur liggen, zullen discussies voorlopig niet voorbij het stadium van de gemeenplaatsen en vooroordelen geraken. Telkens wanneer het kapitalisme ter sprake komt, vraag ik me af hoe lang het zal duren voordat iemand opmerkt dat onder het kapitalisme de rijken steeds rijker en de armen steeds armer worden. Ook in de radiozending (zonder tegenstander) was het weer prijs. Volgens de presentator was het een vaststaand feit, er hoefde niet over gediscussieerd te worden. Het is één van de hardnekkigste voordelen uit de menselijke cultuur. Je haalt er waar ook ter wereld bij handopsteking een verpletterende meerderheid mee.   

Het is ook één van de gemeenplaatsen die in Uren met Henk Broekhuis (1978) worden besproken - en weerlegd - door de schrijver Karel van het Reve (2). Met cijfers valt de stelling niet te adstrueren, aldus Van het Reve, je moet namelijk de onneembare horde nemen van de groei van het inkomen van de arme in de - laten we zeggen - laatste 150 jaar. Een tegenwerping die vaak wordt gemaakt, is dat weliswaar het inkomen van de arme is gestegen, maar dat van de rijke ook, en dat het verschil groter is geworden. Maar dat haalt de stelling juist onderuit: er blijkt namelijk uit dat de armen niet noodzakelijk armer worden als de rijken rijker worden (en vice versa): ze kunnen beiden armer worden, maar ook beiden rijker. Rijkdom moet worden gecreëerd en het is zaak om het economische stelsel in het leven te roepen dat de beste voorwaarden biedt voor de creatie ervan.  Zoals hierboven opgemerkt, lijkt het kapitalistische systeem betere cijfers te kunnen overleggen dan het socialistische.

Wie echter toch blijft denken dat de armen steeds armer worden, kan het best de proef op de som nemen: uitgaande van het gemiddelde inkomen van een arbeider anno 1863 (dat moet wel te achterhalen zijn) zou men door dat inkomen jaarlijks met een klein percentage (zeg 0,5 procent) te dalen moeten kunnen uitkomen op het gemiddelde inkomen van een arbeider uit 2013. Men kan natuurlijk ook de omgekeerde weg volgen, en uitgaande van het huidige salaris telkens per jaar 0,5 procent aan dit loon toevoegen. Dat zou leiden tot de conclusie dat een arbeider 150 jaar geleden kolossale bedragen moet hebben verdiend. Als het gemiddelde inkomen van de arbeider in afgelopen 150 jaar voortdurend zou zijn gedaald, zou zijn maandloon nu zoiets moeten bedragen als tien eurocent of nog minder. De redenering hoort thuis in het rijtje dat de jeugd steeds slechter wordt, of de studenten steeds dommer, dat wil zeggen: in Fabeltjesland.


Noten:

(1) Thierry Baudet, Oikofobie, de angst voor het eigene, 2013, Amsterdam, p. 129-131
(2) Karel van het Reve, Uren met Henk Broekhuis, 1978, Amsterdam

De radiouitzending met Yernaz Ramautarsing valt hier te beluisteren (let wel, het gesprek begint pas na 13 minuten en er zijn diverse onderbrekingen):

Voor een goede en bondige typering van de filosofie van Ayn Rand zie: http://tegenlicht.vpro.nl/nieuws/2012/november/Ayn-Rand.html