In de komische Britse reeks Black Books (2004-2005) speelde
de bekende comédienne Tamsin Greig een personage genaamd Fran Katzenjammer.
Ik heb enige tijd in de veronderstelling verkeerd dat de bedenkers van de serie
deze bizarre naam hadden verzonnen. In Britse series zoals 'Allo 'Allo komen immers
wel vaker grappige Duitse namen voor, of althans namen die Britten grappig
vinden. Maar Katzenjammer bleek, net als Schadenfreude, een bestaand Duits
woord, onvertaalbaar, en daarom letterlijk opgenomen in verschillende talen,
ook het Engels. Er schijnt zelfs een Noorse punkband genaamd Katzenjammer te
bestaan, louter bestaande uit jonge, wilde meiden. Dat zal wat gejammer opleveren.
Oorspronkelijk gaat het woord terug op een doordringend
geluid, niet noodzakelijk kattengejammer, maar toch iets waar dat op lijkt,
zoals bijvoorbeeld een nagel die over een schoolbord krast. Tegenwoordig wordt
het vooral gebruikt voor een complete wanorde of (nog vaker) een buitengewoon
hardnekkige kater. Katten hebben zeven levens, zoals men weet, katers gaan ook lang mee.
Althans, die indruk moet Jan Fabre zo langzamerhand hebben. Maanden na de
katjes verschijnt er plots weer iemand op Internet die hem aan de pijnlijke
affaire herinnert. De man draagt een Guy Fawkesmasker en zegt een
vertegenwoordiger te zijn van Hackers Anonymous. De boodschap liegt er niet om.
In het Engels wordt Fabre toegebeten dat het collectief niet vergeet of
vergeeft. Jan mag op represailles rekenen. We weten je te vinden, aldus de
anonieme boodschapper.
Dat klinkt allemaal niet zo fraai. Ik hou niet van
dreigementen, en zeker niet van dreigementen die anoniem worden geuit. Ik hou
echter ook niet van Jan Fabre, en al evenmin van de manier waarop hij op de
gebeurtenissen meent te moeten reageren. In De Morgen laat een medewerkster van
Fabre (hij heeft het blijkbaar zelf zo druk met creatief zijn dat hij geen tijd
heeft om de pers te woord te staan) weten dat het allemaal oude koek is, neiges
d'antan. Anonymous verwijst volgens de medewerkster, Joke de Vos, naar een
installatie met vogelspinnen die in december (nog voor het kattengejammer)
plaatsvond. Volgens haar heeft Jan alles geregeld met Michel Vandenbosch van
GAIA en heeft die organisatie laten weten dat ze zich 'volledig distantieert'
van de aanval op Fabre's websites. 'We zouden graag met onze creaties in het
nieuws komen en niet steeds met deze fait divers', aldus Joke. Onze creaties -
bij Fabre wordt blijkbaar ook collectief gedacht.
Katzenjammer |
In een installatie genaamd Mygales attaquent la ville liet Fabre
voor het oog van het publiek vogelspinnen met elkaar vechten. Om het
spectaculairder te maken, plaatste hij scheermesjes rechtop in de installatie.
Na aandringen van GAIA, besloot hij wat nagellak op de mesjes te spuiten, om ze
minder scherp te maken. GAIA, bij monde van Michel Vandenbosch, nam daarmee
geen genoegen, en liet de installatie verwijderen. Het is dus ronduit
misleidend om te zeggen dat Fabre alles met GAIA heeft geregeld (hij heeft beloofd ze in het vervolg te waarschuwen indien hij iets met levende dieren wil doen, zodat ze de installatie kunnen controleren). Dat GAIA afstand
neemt van de actie van de hackers, is niet meer dan logisch (per slot van
rekening is hacking strafbaar), en zegt niets (positiefs) over Fabre. Ook de
berichtgeving in De Morgen is doorspekt met halve waarheden. Zo meldt de krant
dat Fabre werd aangevallen tijdens het joggen, terwijl men toch zou moeten dat
dit verhaal de nodige twijfels opriep, onder meer bij Michel Vandenbosch, die
Fabre later die dag tegen het lijf liep. Fabre zou zelfs tijdens het joggen
door zeven mannen met knuppels in elkaar zijn geslagen, maar weigerde klacht
neer te leggen, en zag er volgens Vandenbosch allesbehalve gehavend uit. En
verder: De aanslag zou hebben plaatsgevonden in een park, op zondagmorgen. Dat wekte bij mij onmiddellijk verbazing. Zijn
er dan geen tientallen getuigen?
Je merkt aan de reactie van de medewerker van Fabre dat de
men de hele ophef rond het kattengejammer beschouwt als veel gedoe om niets,
of zelfs een hetze. Ook in kranten en tijdschriften werd na verloop van tijd
die kaart getrokken. De filosoof Johan Braeckman sprak van een tipping point,
een verschijnsel dat blijkbaar ooit zou zijn beschreven door een Canadese schrijver:
Als 30.000 mensen een boek hebben gekocht, is de kans groot dat uiteindelijk
zeker 100.000 het boek zullen kopen. Eerst was één persoon tegen Fabre, toen
zeer velen, en uiteindelijk vrijwel iedereen. Anders gezegd: men kakelde elkaar
maar wat na. Ook werd de vraag gesteld of het allemaal wel zo erg was wat Fabre
had gedaan. Op dezelfde dag dat de katjes de lucht in werden gegooid, werden
duizenden schapen zonder verdoving gekeeld voor een religieus feest, zo benadrukte
de auteur Jan Desmet, en was dat niet veel erger? Verder werd in diverse
artikelen (Desmet deed overigens vrolijk mee) een poging ondernomen om het
verzet tegen de moderne kunst van Fabre af te doen als 'populistisch' (het
modewoord van onze tijd), iets van simpele zielen die jaloers zij op de grote
kunstenaar Jan Fabre.
Zij die het verzet tegen Fabre en moderne kunst afdoen als platvloers
en populistisch, hebben blijkbaar nooit gehoord van de onlangs overleden
kunstcriticus Robert Hughes (Nee, niet Howard, Robert), die een ware kruistocht
heeft gevoerd tegen wat hij zag als namaakkunst, pure rommel, of de Franse
filosoof André Comte-Sponville, die de knuppel in het hoederhok gooide met
artikelen en lezingen waarin hij vernietigend uithaalde naar de door hem
verachte l'art contemporain. Blijkbaar hebben ze ook nooit gehoord van Michel
Onfray en diens bestseller Faut-il brûler l'art contemporain?
De kritiek van
iemand als Jan Desmet is lastiger te weerleggen. Voor een deel is wat hij zegt
namelijk juist. Ja, er bestaat erger dierenleed, ook in de Zoo die Fabre plots
de toegang tot het terrein ontzegde. En ja, het kelen van schapen zonder
verdoving is vele malen erger dan het opgooien van katjes. Men kan ophef rond
een misstand echter niet wegwuiven door te verwijzen naar een nog veel grotere
misstand. Geen misstand is zo groot of er bestaat wel een grotere. Als
men op die manier redeneert, kan men op den duur nog slechts één misstand
aanpakken: de allergrootste. Zolang die niet is aangepakt, mogen alle andere
misstanden gewoon blijven bestaan.
Protest tegen dierenleed is en blijft nodig, zo blijkt ook
uit de reacties van Fabre en zijn medewerkers. Figuren als Fabre die hun werk
en vooral zichzelf oneindig ver boven enig leed van levende wezens verheven
voelen, zullen uit zichzelf nooit trachten dergelijk leed te vermijden: ze
zullen er toe moeten worden gedwongen. Dieren bevinden zich in een kwetsbare
positie, ze kunnen zelf geen klacht neerleggen, enkel krijsen, voor officieel
verzet zijn ze op ons aangewezen. Tot
diep in de jaren zeventig, werden paarden en andere dieren straffeloos gekweld
in westerns en andere actiefilms. Bij het filmen van They died with their boots
on (1941) lieten tientallen paarden het leven, in Pat Garret & Billy the
Kid (1973) werden kippen tot aan hun nek ingegraven en vervolgens met
vuurwapens onthoofd. Tegenwoordig lees je op de aftiteling vaak het zinnetje: No
animals were hurt in the making of this film. Allemaal dankzij het feit dat er
ooit dierenbeschermers waren, die kunstenaars tot de orde riepen.
Oh wat leuk … een referentie naar Katzenjammer en ik voeg daar dan het woord Kids aan toe. Katzenjammer Kids: een Amerikaanse comic strip gecreëerd door de Duitse immigrant Rudolph Dirks en gedurende 37 jaar getekend door Harold Knerr. De strip debuteerde op 12 december1897 in de American Humorist, het zondagse supplement bij William Randolph Hearst's New York Journal. Dirks was de eerste cartoonist die voor de dialogen speech balloons gebruikte. Little Nemo in Wonderland en de Katzenjammer Kids, het nec plus ultra van de stripwereld. Sorry Robert Crumb, S. Clay Wilson, Will Eisner, Ever Meulen, Joost Swarte, enz.
BeantwoordenVerwijderen