Een van de meest kleurrijke personen van onze tijd is Yernaz
Ramautarsing. Geboren in Suriname besloot hij op zijn twaalfde om president van
dat land te worden, maar later bedacht hij dat studeren in Nederland eigenlijk
ook geen slecht idee was. Of hij minister-president van Nederland wil worden,
weet ik niet, maar als lid van de Libertarische Partij streeft hij wel naar een
Nietzschiaanse herwaardering van alle waarden. Hij heeft een hekel aan Zwarte
Piet en gelooft rotsvast in het kapitalisme. Kortom, een man om rekening mee te
houden. Laatst was hij weer eens op de radio. Zijn faam als debater is
inmiddels zo groot dat zijn aangekondigde tegenstander niet was komen opdagen.
Yernaz had dus het rijk alleen, of toch bijna: alleen de presentator bood wat
tegenwicht.
Aanhangers van het kapitalisme hebben het nadeel dat ze hun
positie altijd moeten verklaren. We zijn nu eenmaal opgevoed met het idee dat
alles eerlijk moet worden verdeeld, eigenbelang en egoïsme staan in laag
aanzien. Om die reden zijn velen geneigd om het socialisme te verkiezen boven
het kapitalisme. Men kan de juistheid van die keuze op verschillende manieren
bestrijden. Men kan er bijvoorbeeld op wijzen dat de verdeling van de rijkdom
onder het kapitalisme beter is geregeld dan onder het socialisme.
Socialistische heilstaten lijken het patent te bezitten op hongersnoden,
verarming en wanbestuur. Men kan er ook op wijzen, zoals bijvoorbeeld Patrick Van Schie doet in een opgemerkt artikel, dat aan de roep om herverdeling
eveneens hebzuchtige motieven ten grondslag liggen. Herverdeling komt namelijk neer op het zich
toe-eigenen van de vruchten van andermans inspanning.
Yernaz Ramautarsing |
Net
als bijvoorbeeld Thierry Baudet (1) heb ik wel de nodige bedenkingen bij de
programmapunten van de Libertarische Partij. De individuele zelfbeschikking
omvat het volledige recht op eigen arbeid, en dus bepleiten libertariërs de
volledige afschaffing van inkomstenbelasting (hun devies, 'Belasting is
diefstel', lijkt een rechtstreeks antwoord op de aloude leus 'Bezit is
diefstal' van Proudhon). De overheid moet er vrijwel geheel aan geloven, er
resten haar slechts enkele taken. Zelfs de democratie ligt onder vuur.
Democratie behelst collectivisme, en dus zullen bij een democratische stemming,
de minderheid, en zeker het individu, altijd overstemd. In het Paradijs der Vrijheid dat de libertariërs voor ogen staat, zal dat allemaal anders zijn, zo verzekeren zij ons.
Ayn Rand |
Het is ook één van de gemeenplaatsen die in Uren
met Henk Broekhuis (1978) worden besproken - en weerlegd - door de schrijver Karel
van het Reve (2). Met cijfers valt de stelling niet te adstrueren, aldus Van het
Reve, je moet namelijk de onneembare horde nemen van de groei van het inkomen
van de arme in de - laten we zeggen - laatste 150 jaar. Een tegenwerping die vaak
wordt gemaakt, is dat weliswaar het inkomen van de arme is gestegen, maar dat
van de rijke ook, en dat het verschil groter is geworden. Maar dat haalt de
stelling juist onderuit: er blijkt namelijk uit dat de armen niet noodzakelijk
armer worden als de rijken rijker worden (en vice versa): ze kunnen beiden armer worden, maar ook beiden rijker. Rijkdom moet worden gecreëerd en het is zaak om het economische stelsel in het leven te
roepen dat de beste voorwaarden biedt voor de creatie ervan. Zoals hierboven opgemerkt,
lijkt het kapitalistische systeem betere cijfers te kunnen overleggen dan
het socialistische.
Wie echter toch blijft denken dat de armen steeds armer
worden, kan het best de proef op de som nemen: uitgaande van het gemiddelde
inkomen van een arbeider anno 1863 (dat moet wel te achterhalen zijn) zou men
door dat inkomen jaarlijks met een klein percentage (zeg 0,5 procent) te dalen
moeten kunnen uitkomen op het gemiddelde inkomen van een arbeider uit 2013. Men kan natuurlijk ook de omgekeerde weg volgen, en uitgaande van het huidige salaris telkens per jaar 0,5 procent aan dit loon toevoegen. Dat zou leiden tot de conclusie dat een arbeider 150 jaar geleden kolossale bedragen moet hebben verdiend. Als het gemiddelde inkomen van
de arbeider in afgelopen 150 jaar voortdurend zou zijn gedaald, zou zijn
maandloon nu zoiets moeten bedragen als tien eurocent of nog minder. De redenering hoort
thuis in het rijtje dat de jeugd steeds slechter wordt, of de studenten steeds
dommer, dat wil zeggen: in Fabeltjesland.
Noten:
(1) Thierry Baudet, Oikofobie,
de angst voor het eigene, 2013, Amsterdam, p. 129-131
(2) Karel van het Reve, Uren
met Henk Broekhuis, 1978, Amsterdam
De radiouitzending met Yernaz Ramautarsing valt hier te beluisteren (let wel, het gesprek begint pas na 13 minuten en er zijn diverse onderbrekingen):
Voor een goede en bondige typering van de filosofie van Ayn
Rand zie: http://tegenlicht.vpro.nl/nieuws/2012/november/Ayn-Rand.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten