De foto hierboven is niet getrukeerd, het huisdier is geen cavia, maar een capibara, het grootste knaagdier ter wereld. De capibara en de cavia zijn overigens wel verwant, op de manier waarop onze huispoezen en tijgers aan elkaar verwant zijn: zo'n 3000 jaar geleden begonnen de Inca's met de domesticatie van knaagdieren, en dat proces mondde uiteindelijk uit in de cavia. Eén van de oogmerken van domesticatie is namelijk verkleining: ook bij de katten leken die grote soorten immers minder geschikt om in huis te houden, vandaar dat onze poezen meer op mensenmaat zijn afgestemd. In de zestiende eeuw werd door de Katholieke kerk bepaald dat capibara's vissen waren, blijkbaar omdat ze uitstekende zwemmers zijn en een groot deel van hun leven in het water doorbrengen. Dat betekende dat op vrijdag en tijdens de vastentijd, als het eten van vlees verboden was, de capibara op het menu mocht worden gezet.
Jongeren zegt het natuurlijk niets: de vrijdagse viskraam,
maar mensen van mijn leeftijd veren wellicht op bij het lezen van de term. Op
vrijdag was volgens de katholieke kerk het eten van vlees verboden, en dus
stond op die dag de viskraam in het dorp. Het vrijdagvasten schijnt een
afgeleide te zijn van het oorspronkelijk Joodse gebruik om twee dagen per week
te vasten. Bij de Joden waren die twee dagen een verwijzing naar grote
gebeurtenissen in de geschiedenis van het Joodse Volk, zoals de Grote Verzoendag (Yom Kippoer). De katholieke kerk koos voor de woensdag en de vrijdag, in plaats
van de Joodse maandag en donderdag. De woensdag zou verwijzen naar het verraad
van Judas, de vrijdag naar het lijden van Christus. De woensdag kwam
uiteindelijk te vervallen als vastendag, waarna alleen de vrijdag overbleef.
Vasten betekende: geen vlees eten, carne
vale (letterlijk Vaarwel Vlees); de term carnaval heeft dezelfde
linguïstische wortels, het was immers van oorsprong het feest van de vooravond
van het grote carne vale, de vastentijd.
Ik een vis ... proest! |
Je zou denken dat de capibara zijn voordeel heeft gedaan met
deze ommekeer in het geloofsleven. Carnaval
voor de capibara! Helaas, het dier staat inmiddels op de lijst met
bedreigde diersoorten, naast zijn vlees, is van oudsher immers ook zijn bont
zeer gewild. De mens lijkt hier ongewild te slagen in iets wat hem elders
ondanks grote inspanningen niet wil lukken: het uitroeien van een knaagdier.
Enorme bedragen worden immers uitgegeven aan de bestrijding van muizen en
(vooral) ratten, en levert allemaal weinig op. Ratten zijn van oudsher onze
erfvijand: Volgens Richard Dawkins waren ze in het tweede millennium verantwoordelijk voor meer menselijke doden dan alle oorlogen en revoluties tezamen. Vandaag de dag zijn ze nog
steeds rampzalig voor onze graanschuren (naar schatting gaat 5-10% van de
voorraden verloren) en gezondheid. We haten ze, maar ze zijn niet kapot te
krijgen. Net als bijvoorbeeld kakkerlakken, worden ze in staat geacht een
atoomramp te overleven. Op termijn zouden ze dus onze plaats kunnen innemen.
Er zijn al diverse romans geschreven over dit toekomstbeeld,
en ook biologen hebben zich al aan dystopische beschrijvingen gewaagd. Wellicht
zou het broeder rat vergaan zoals het ons verging nadat plotse klimatologische veranderingen
(vermoedelijk ten gevolge van een meteorietinslag) een einde hadden gemaakt aan
de dominantie van de dinosaurussen, de soort die onze ontwikkeling in de weg
zat. We waren in die tijd ongeveer zo klein als muizen, maar binnen 5 miljoen
jaar krioelde de aardbol van nakomelingen in allerlei soorten en maten: het
zoogdier had de aarde overgenomen. Er waren planteneters, vleeseters en
alleseters, jagers en gejaagden. En één tak zou uitgroeien tot de mens. Nadat
wij onszelf zullen hebben uitgeroeid, zullen ratten, muizen en kakkerlakken zich
stormachtig kunnen ontwikkelen; opgevoerde mutatiesnelheden zullen zorgen voor
een versnelde evolutie, die door geen enkele concurrerende diersoort kan worden
afgeremd.
Op dit punt zullen de nieuwe heersers op aarde een cruciale
fase ingaan: wie anderen heeft overleefd, moet vervolgens immers ook zichzelf
overleven: catastrofes worden doorgaans gevolgd door bevolkingsexplosies, maar
bevolkingsexplosies vervolgens weer door catastrofes, en complete uitsterving
kan daar het gevolg van zijn. Er zou een genadeloze strijd om het bestaan
uitbreken tussen de meest succesvolle varianten, minder geslaagde mutaties
zouden meedogenloos worden weggeconcurreerd. Maar als men deze flessenhals
eenmaal is gepasseerd, en een evenwicht is gevonden, zal niets de overlevende
soorten nog in de weg staan. Plantenetende reuzeratten zullen de Afrikaanse
steppen en Noord-Europese grasvlakten bevolken, en worden belaagd door carnivore
ratten met gruwelijke hoektanden. En na verloop van een lange, lange tijd, zal
er wellicht een rationele rattensoort ontstaan, die boeken schrijft, goden
verzint en massavernietigingswapens ontwerpt.
Literatuur:
* Richard Dawkins, An Ancester Tale. A Pilgimage to the Dawn of Life, Weidenfeld & Nickolson, 2004
* Maarten 't Hart, Ratten, De Arbeiderspers, 1973
Vrijdag ... Kaasdag! |
Literatuur:
* Richard Dawkins, An Ancester Tale. A Pilgimage to the Dawn of Life, Weidenfeld & Nickolson, 2004
* Maarten 't Hart, Ratten, De Arbeiderspers, 1973
Dat vraagt dan een nieuwe definitie van het woord ratatouille?
BeantwoordenVerwijderenOMG
BeantwoordenVerwijderen