De Graffito Alexamenos
Wie mocht denken dat graffiti en blasfemische cartoons iets
zijn van de moderne tijd, raad ik aan om de betekenis van bovenstaande
afbeelding tot zich te laten doordringen. De afbeelding werd aangetroffen op
een muur van een Romeins huis nabij de Palatinus in Rome en dateert
vermoedelijk uit de tweede of derde eeuw na Christus. Een man brengt met
geheven arm een ode aan een gekruisigde figuur, een persoon met een ezelskop. De tekst Αλεξαμενος ϲεβετε θεον wordt doorgaans
vertaald als Alexamenos aanbidt (zijn)
God (1). De afbeelding is, met andere woorden een spotprent. De maker
ervan, bespot de afgebeelde persoon, Alexamenos, en diens geloof. Het is
wellicht de oudste afbeeldingen van de kruisiging.
De afbeelding werd ontdekt bij opgravingen in 1857 en zorgde
direct voor opschudding. Er is vaak gesuggereerd dat het om een heidense god zou gaan, bijvoorbeeld Bacchus of
de Egyptische Godheid Typhon-Seth. De elementen, de ezelskop in combinatie met de
kruisiging, identificeren de afgebeelde God echter onmiskenbaar als christelijk. De kerkvader Tertullianus (ca. 160-225
AD) schrijft in zijn Apologie dat zowel de Joden als Christenen werden
geconfronteerd met de beschuldiging dat zij een God met een ezelskop vereerden.
Hij maakt zelfs melding van een Jood die in Carthago het volk tegen de
christenen probeerde op te zetten met een afbeelding van een God met een
ezelskop en hoeven getiteld Deus
Christianorum Onocoetes (De Christelijke God verwekt door een ezel).
Ezelsverering bij Joden en christenen
De meeste onderzoekers herleiden de verwijzingen naar onolatrie, ezelsverering, naar passages
in de werken van de Grieks-Egyptische auteur Apion en de Romeinse historicus Tacitus.
Van Apion zijn geen geschriften bewaard, maar we kennen hem via de Joodse
auteur Flavius Josephus, die een heel boek aan de persoon wijdde (getiteld: Tegen
Apion). Over de beschuldigingen van onolatrie
schrijft hij:
Typhon Seth (Egypte) |
Wat furones zijn weet ik niet. Voor het overige klinkt
het argument van Flavius Josephus als alles wat je zegt ben je
zelf.
In tegenstelling tot de geschriften van Apion, zijn die van Tacitus natuurlijk wel bewaard. Tacitus vertelt in zijn Historiën een anekdote over de Joden die in de woestijn dreigden te sterven van de dorst; ze werden echter door wilde ezels naar een bron geleid waaraan ze zich konden laven:
In tegenstelling tot de geschriften van Apion, zijn die van Tacitus natuurlijk wel bewaard. Tacitus vertelt in zijn Historiën een anekdote over de Joden die in de woestijn dreigden te sterven van de dorst; ze werden echter door wilde ezels naar een bron geleid waaraan ze zich konden laven:
"Dit bracht
verlichting. Na een tocht van zes dagen, namen ze op de zevende dag een stuk
land in bezit; ze verjoegen de plaatselijke bewoners, stichtten een stad en
richtten een tempel op (...). In deze heilige plaats werd een afbeelding
vereerd van het dier dat hen had geleid en verlossing had gebracht na hun lange
en dorstige omzwervingen. (3)"
Ook bij andere Romeinse en Griekse schrijvers, zoals
bijvoorbeeld Plutarchus en Diodirus Siculus treffen we verwijzingen aan naar onolatrie bij de Joden. De beschuldiging zou uiteindelijk van de Joden zijn overgegaan op de
christenen, en toen de twee religies concurrenten werden, gebruikten de Joden de oude beschuldiging (getuige Tertullianus' relaas van het incident in Carthago) tegen het nieuwe geloof. Tertullianus gebruikt in zijn verdedigingsrede overigens hetzelfde argument
als Flavius Josephus: Als het zo was, wat dan nog? En waar bemoeien die
Romeinen zich eigenlijk mee, vereerden zij zelf geen beesten?
Het christendom versus andere cultussen
Het vereren van dieren was wijdverspreid in de Oudheid (en is natuurlijk nog steeds niet geheel uitgestorven). De legendarische Koning Midas,
die alles in goud kon veranderen, wordt soms met ezelsoren afgeschilderd, en we
kunnen eveneens denken aan het Gouden Kalf of de Intocht van Jezus in
Jeruzalem, op de rug van een ezel (een tafereel dat weer verwijst naar een
passage uit het Oude Testament). De Mithras-cultus
duikt ook steeds weer op in dit soort verhalen; het was één van de grootste
rivalen voor het christendom in de eerste eeuwen van onze jaartelling en de
twee cultussen hebben elkaar blijkbaar sterk beïnvloed: Mithras werd (net als
Jezus volgens de traditie) op 25 december geboren uit een maagdelijke moeder en
werd hij de Zoon van god genoemd; tijdens zijn leven had hij 12 discipelen en
herrees hij uit de dood (hij werd Sol Invictus, de Onoverwinnelijke Zon genoemd). Wie wat bedacht heeft en wie wat van de ander
overnam, staat overigens fel ter discussie.
Mithras |
Tot slot
Wellicht heeft iemand zich de vraag gesteld wie de persoon
is die op de Graffito Alexamenos staat afgebeeld. Wie was deze Alexamenos in
vredesnaam? Welnu, dat is niet bekend, maar de plaats waar de afbeelding werd
aangetroffen, biedt wellicht enige aanknopingspunten: het huis maakte oorspronkelijk deel uit van een paleis dat toebehoorde aan Keizer
Caligula; na diens dood werd een deel van het complex gebruikt als paedagogium, een opleidingsschool voor
Keizerlijke bedienden (slaven). Om die reden heeft men wel verondersteld dat Alexamenos
een slaaf in opleiding was, en dat de inscriptie werd gemaakt door een
medeleerling. Opvallend is dat men de afbeelding niet heeft verwijderd.
Misschien waren christenen in die dagen wat minder lichtgeraakt, of misschien
waren ze gewend aan beledigingen.
Noten:
* (1) De precieze betekenis is afhankelijk van de vorm van het werkwoord. Als het wordt gelezen als imperatief (gebiedende wijs), zou de betekenis worden: Alexamenos, aanbid (je) God! Er zijn echter weinig deskundigen die deze lezing onderschrijven. Zie: http://www.hwhouse.com/images/8.ALEXAMENOS_CRUCIFIXION_GRAFFITI.pdf
* (2) Het volledige fragment (Engels, met commentaar): http://www.perseus.tufts.edu/hopper/text?doc=J.+Ap.+2.79
* (3) Het volledige fragment (Engels/Latijn): http://www.sacred-texts.com/cla/tac/h05000.htm (Boek V, 3-4)
* (4) http://nl.wikipedia.org/wiki/Mithras
* (5) Over de problemen en talloze tegenstrijdigheden die de Evangeliën opleveren indien men ze als historische werken wil lezen, zijn talloze boeken geschreven; een goed overzicht biedt: E.P. Sanders, Jezus, Mythe en werkelijkheid, Uitgeverij Callenbach, 1996, p. 78-102.
* (6) Dr. C.J. Den Heyer, Opnieuw: Wie is Jezus, balans van 150 onderzoek naar Jezus, Uitgeverij Meinema, 1996, p. 218-232
* (1) De precieze betekenis is afhankelijk van de vorm van het werkwoord. Als het wordt gelezen als imperatief (gebiedende wijs), zou de betekenis worden: Alexamenos, aanbid (je) God! Er zijn echter weinig deskundigen die deze lezing onderschrijven. Zie: http://www.hwhouse.com/images/8.ALEXAMENOS_CRUCIFIXION_GRAFFITI.pdf
* (2) Het volledige fragment (Engels, met commentaar): http://www.perseus.tufts.edu/hopper/text?doc=J.+Ap.+2.79
* (3) Het volledige fragment (Engels/Latijn): http://www.sacred-texts.com/cla/tac/h05000.htm (Boek V, 3-4)
* (4) http://nl.wikipedia.org/wiki/Mithras
* (5) Over de problemen en talloze tegenstrijdigheden die de Evangeliën opleveren indien men ze als historische werken wil lezen, zijn talloze boeken geschreven; een goed overzicht biedt: E.P. Sanders, Jezus, Mythe en werkelijkheid, Uitgeverij Callenbach, 1996, p. 78-102.
* (6) Dr. C.J. Den Heyer, Opnieuw: Wie is Jezus, balans van 150 onderzoek naar Jezus, Uitgeverij Meinema, 1996, p. 218-232
Etymologisch betekent het Latijnse furo “kat”. In dit specifiek geval dient kat, mijns inziens, te worden begrepen als het Franse “furet” of “ferret”, “”fret” in het Nederlands. De fret werd gedomisticeerd in de loop van het eerste millenium AD in Egypte en werden ingezet tegen knaagdieren (ratten bv) en voro de jacht op konijnen. In 6 voor JC zette keizer Augustus de fret in om een konijnenplaag op de Balearen uit te roeien. De Griekse historicus Diodorus Siculues berichtte hierover en verwees naar de “Egyptische mongoose” (icheunon of mangoest), afgericht voor jacht op giftige slangen en het verorberen van krokodilleneieren. Ook in het toneelstuk de Acharnians (leuk dit toneelstuk te lezen in het licht van de Syrische kwestie. Maar dit terzijde). zou Aristophanes verwijzen naar de Egyptishe mongoose. “Ferret” is ook afgeleid van het Latijnse “furittus”, “kleine dief”, verwijzend naar de drijfveer van de fret voor het ontfutselen of verhelen van kleine voorwerpen. Conclusie, naast de geit en de ezel verwijst Flavius Josephus ook naar de kat, in casu de fret. En werd de kat niet vergoddelijkt en vereerd in Egypte? Kat en fret, inwisselbaar sowieso. Journal of Archaelogical Science -Wwetenschappers plukten het DNA uit de overblijfselen van katten die meer dan tweeduizend jaar geleden geofferd en gemummificeerd waren. De resultaten werden daarna vergeleken met het DNA van onze huidige wilde katten en huiskatten. Volgens de onderzoekers gaat het om het eerste genetische bewijs dat de oude Egyptenaren gedomesticeerde poezen gebruikten voor offerandes. "De Egyptenaren zijn waarschijnlijk de eerste kattenkwekers. (...) Miljoenen kattenmummies werden geofferd en begraven in Egypte. Om aan de vraag te voldoen, werden de dieren op grote schaal gekweekt". Zie ook: Godin Bast of Bastet.
BeantwoordenVerwijderenLeuk onderwerp! Het deed me ook denken aan de generiek bij de serie 'Rome' van bijna tien jaar geleden waarbij de graffiti tot leven werden gebracht.
BeantwoordenVerwijderen'Furones' deed me denken aan 'furieus' en dit is gerelateerd aan het Latijnse werkwoord voor 'wild zijn'. Ik zou dus gegokt hebben op wilde dieren, zoals krokodillen en dergelijke, en dit in contrast met geiten, die gedomesticeerd waren.
Maar dat was vóór ik de uitleg van hadiecee gelezen had en die lijkt me beter onderbouwd!