Eén van mijn voorspellingen voor de komende verkiezingen was
dat de socialisten beter zullen scoren dan verwacht. Ik beriep me daarbij op de
ervaring dat kiezers in het stemhokje vaak gehoor geven aan de stem der
gewoonte: ze stemmen bij voorkeur op de partij waarop ze in het verleden ook
gestemd hebben. Er is nog een reden waarom ik in een (relatief) gunstig
resultaat voor de socialisten geloof: ze zijn goed in verkiezingsretoriek.
Jort Kelder |
Ook elders lijken de socialisten een abonnement te hebben op het jojo-effect. De populariteit van Hollande (what's in a name) begon onmiddellijk na zijn verkiezing te kelderen en zit twee jaar later op een historisch minimum. Maar het beste voorbeeld is wellicht Tony Blair. De landslide, de verpletterende overwinning die hij in 1997 behaalde, wordt door velen tegenwoordig gezien als een vergiftigd geschenk, het ergste wat Labour kon overkomen: er werd veel meer van de partij verwacht dan zij te bieden had. Blair dankte zijn overwinning volgens commentatoren aan het neoliberale beleid van Margaret Thatcher; zij had een aantal onpopulaire maatregelen getroffen die vooral in het noorden van Engeland en in Schotland pijnlijk werden gevoeld. Men hoopte dat Blair een krachtig relancebeleid zou starten, maar onder Blair zakte het Verenigd Koninkrijk enkel verder weg, ook het Noorden van Engeland, ook Schotland. Het verleidde de voorzitter van het extreemlinkse Rood tot een artikel in Knack getiteld Don't blame Maggie: het grote verdriet van links.
II - Na ons de zondvloed
Natuurlijk zijn socialisten niet de enigen die met mooie
beloftes naar de kiezer stappen, alle politici maken zich daar schuldig aan,
maar socialisten beheersen het spelletje beter (en zijn er ook wat brutaler in). Waar ze ook goed in zijn, is het zaaien van angst en verwarring. Een wonder is dat
niet, schone beloftes en onheilsprofetieën horen bij elkaar. De Bijbel eindigt
met de Openbaring van Johannes, een Apocalyptische onheilstijding waarin echter
ook de belofte is vervat dat de gelovigen zullen worden gered. De socialisten hebben
die boodschap goed begrepen. Louis
Tobback wist het verlies na het Agusta-schandaal voor zijn partij te beperken
door de kiezer te waarschuwen voor wat hem te wachten stond indien de liberalen
aan de macht zouden komen. Ze zullen uw pensioen afnemen! Zonder God is alles
geoorloofd, schreef een groot auteur ooit. Zonder de Ark van Tobback zouden we
allemaal verdrinken.
Er werd voorspeld dat deze verkiezingsstrijd de vuilste uit de geschiedenis zou worden. Hoewel de meeste slagen die worden uitgedeeld inderdaad onder de gordel zijn, is er van ware strijd amper sprake. De verliezers lijken zich bij hun nederlaag te hebben neergelegd en richten zich op het aanbrengen van zoveel mogelijk schade aan de verwachte winnaar. Het lijkt op het gedrag van een verslagen bokser die nog gauw even in het oor van zijn tegenstander bijt alvorens te worden uitgeteld. We worden voortdurend bestookt met onheilsboodschappen.
Oudgedienden, vakbondslieden, militanten, bevriende journalisten, acteurs, schrijvers, iedereen deed mee. En
telkens is de boodschap: Pensioenen, uitkeringen, de index, ze gaan eraan. Het
culturele leven - ook dat gaat eraan. En dat gaat zo al een jaar of twee. Het zou kunnen dat men het tegenoffensief
om de opmars van de N-VA te stuiten te vroeg heeft ingezet. Dreigementen zijn
als batterijen, ze hebben een beperkte levensduur, en net nu het er op aankomt,
lijken de batterijen leeg.
Maar er is natuurlijk ook iets anders aan de hand. De
maatschappelijke strijd gaat nog steeds tussen links en rechts (lees er de
internetfora maar op na), maar de strijd om de gunst van de kiezer wordt
vooral op de vleugels uitgevochten. Het antwoord van Tobback (en ook van iemand
als DeMeester, de voorzitter van Rood) op het verdriet van links, was uitgerekend een ruk naar links:
de zogenaamde Derde Weg van mensen als Blair en Schröder (en Steve Stevaert)
was een doodlopende weg, het socialisme moest weer echt socialistisch worden,
echt links. Maar waar Bruno naartoe wilde, zat de PVDA+ al, en die partij lijkt de Sp.a nu de nodige kiezers af te snoepen. Hoe bestrijd je
een echt linkse partij, als socialist?
Bruno kan natuurlijk
niet gaan roepen dat de communisten niet deugen, daarvoor zijn de
overeenkomsten tussen beide partijen te groot: hoofddoekjes,
vermogensbelasting, de magische één procent die financieel moet worden uitgekleed in het belang van de gemeenschap, Bruno en Peter zingen voortdurend
hetzelfde liedje. Misschien moet Bruno maar eens gaan praten met Diederik
Samsom: de steile opgang van zijn socialistische partij, ging gepaard met een afgang voor de
echt linkse partij van Emile Roemer. Halverwege week 36, ruim een week voor de
verkiezingen, kwamen zij elkaar tegen, op een procent of 23. Daarna bleef Diederik stijgen, en ging Emile de Dieperik in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten