De voetbalwedstrijd die nooit gespeeld had mogen worden
Carnaval viel dit jaar - net als in alle andere jaren – zeven
weken voor Pasen, toch had Carnaval dit jaar niet ongelukkiger kunnen vallen.
Volgens Professor dr. Streeck van het Instituut voor Virologie van de
Universiteit Bonn, was de zware uitbraak in de gemeente Gangelt (Noordrijn-Westfalen,
niet ver van de Nederlandse grens) te wijten aan een carnavalszitting. Streeck
deed uitgebreid onderzoek bij de zwaarst getroffen gezinnen, en kwam tot de
conclusie dat Covid-19 geen contactbesmetting is. De grote besmettingshaarden
zijn volgens hem ontstaan op plaatsen waar veel mensen voor langere tijd samen
kwamen, zoals après-ski-feestjes in wintersportplaatsen, de carnavalszittingen
in Duitsland en andere landen, of – het geval van de zwaar getroffen stad
Bergamo – een druk bezochte voetbalwedstrijd.
Prof. dr. Hendrik Streeck
Ik weet niet of de Duitse professor gelijk heeft (er is kritiek gekomen op zijn methodologie), maar er
zijn meer mensen die hebben gewezen op de wedstrijd die hij in gedachten had,
Atalanta Bergamo – FC Valencia, gespeeld op 19 februari jl. in het kader van de
Champions League. Fabiano Di Marco, hoofd van de dienst longziekten in het
ziekenhuis Papa Giovanni XXIII in Bergamo, heeft de wedstrijd al getypeerd als
een biologische bom: de wedstrijd is volgens hem de belangrijkste reden dat het
virus zich in de regio Lombardije, en dan met name de stad Bergamo, zo snel
heeft kunnen verspreiden.
De tragiek rond deze wedstrijd is nauwelijks te vatten:
Bergamo had maandenlang naar het evenement toegeleefd, het moest een hoogtepunt
worden in de geschiedenis van de stad. Bergamo is een kleinere stad in het
noorden van Italië en de plaatselijke voetbalclub, Atalanta, heeft altijd in de
schaduw gestaan van clubs als Internationale en AC Milan (beide uit Milaan) en
Juventus (Turijn). Dit jaar plaatste het nietige clubje zich echter voor het
miljoenenbal van de Champions League – reeds een geweldige prestatie – en tot
veler verrassing overleefde het daarin ook nog de groepsfase. Een wonder, een
sprookje …
Voor de Achtste Finale werd de ploeg uitgeloot tegen FC
Valencia. Omdat de stad Bergamo niet over een geschikt stadion beschikt, werd
de ‘thuiswedstrijd’ gespeeld in Milaan, in het legendarische stadion dat
officieel de naam draagt van Giuzeppe Meazza, maar door iedereen liefkozend
‘San Siro’ wordt genoemd (*1). 44.000 Bergamezen wilden geen seconde missen van de
grootste wedstrijd in de historie van hun club en reisden per auto, bus of
trein naar Milaan, naar San Siro, naar de wedstrijd die uitgroeide tot een
enorme triomf: Atalanta verpletterde de tegenstander op deze gedenkwaarde avond
in februari met 4-1. Er leek maar geen einde te komen aan het sprookje …
Maar toen kwam Corona ...
Wie de Italianen – en met name de Italiaanse voetbalfans, de
zogenaamde tifosi – een beetje kent, weet hoe overwinningen, en zelfs
doelpunten worden gevierd (*2). Voetbal is geen sport in Italië, maar religie: veel Italianen hebben letterlijk een schrijn voor hun club. Doelpunten en overwinningen worden gevierd door elkaar te bespringen, te knuffelen en te zoenen, steeds weer, krankzinnig van geluk en
enthousiasme. Voor, tijdens en na de wedstrijd moet het onder de tifosi van Atalanta een zweterige, lallende,
klamme en kleffe bedoeling zijn geweest. Betere omstandigheden kan een virus
zich bij wijze van spreken niet wensen.
De return in Valencia is inmiddels gespeeld … voor een leeg
stadion. Zoals verwacht plaatste Atalanta zich voor de volgende ronde. Het
sprookje gaat verder, maar de grootste wedstrijd in de geschiedenis van de
club, is waarschijnlijk ook de meest dramatische, een wedstrijd die nooit gespeeld had mogen worden.
Noten:
* (1) San Siro - Het stadion is de thuishaven van beide Milanese clubs, Inter en Milan. De naam San Siro verwijst naar de wijk waarin het stadion ligt. Na één van de vele verbouwingen, in 1979, werd de naam van Giuseppe Meazza aan het stadion verbonden. Meazza was een international die voor beide Milanese clubs uitkwam. Volgens Desmond Morris (The Soccer Tribe) behoort het stadion tot het kwartet meest historische voetbaltempels op aarde: Wembley, Maracana, Nou Camp en San Siro
* (2) Tifosi - De herkomst van de term is enigszins duister. Sommige taalkundigen hebben de term herleid tot Oud-Griekse termen die verwijzen naar de vreugdevuren die supporters in de oudheid ontstaken na sportieve successen van atleten uit hun stad. Vaker wordt tifosi echter herleid tot typhus en zou dan verwijzen naar de koortsachtige opwinding van de supporters tijdens de wedstrijden
In een van haar romans, beschrijft Virginia Woolf wat er gebeurt
nadat iemand het gerucht heeft opgevangen dat de kroonprinses tussen het
winkelende publiek is opgemerkt. Het gerucht verspreidt zich, van straat naar
straat, van wijk naar wijk, als rimpelingen die zich in concentrische cirkels over een wateroppervlak verspreiden.
Hoewel niemand weet waar de prinses was op een bepaald tijdstijd, denkt
iedereen zeker te weten dat hij of zij een glimp van haar heeft opgevangen.
Ik heb het zelfde meegemaakt, op ongeveer tienjarige leeftijd,
in mijn woonplaats Son en Breugel, vlak
boven Eindhoven. Er gingen geruchten dat de beroemde zangeres Anneke Grönloh
zich in onze woonplaats zou vestigen. Iedereen meende te weten welk huis ze op
het oog had (ik zie het zo weer voor me) en iedereen meende ook een glimp van
haar te hebben opgevangen, ook ik. Als ik aan haar denk, denk ik niet alleen
aan dat huis, maar ook aan de veelkleurige kaftan jurk waarin ik haar had
gesignaleerd, uiteraard in de winkelstraat, in het voorbijgaan, vluchtig maar
heel duidelijk.
Waarschijnlijk was het pure fantasie. Anneke Grönloh was op
dat moment de populairste zangeres van Nederland en op platenhoezen en op de
talloze foto's die de voorpagina's van tijdschriften sierden, werd ze vaak
afgebeeld in veelkleurige Oosterse kledij. Anneke was immers geboren in
Nederlands Indië, als dochter van een Nederlandse officier en een Indonesische
moeder. Haar vader werd nog voor haar geboorte geïnterneerd door de Japanners
en ook Anneke zou haar eerste jaren doorbrengen in een zogenaamd jappenkamp.
Pas na de oorlog zou het gezin worden herenigd, in Nederland. Het gezin vestigt
zich in Eindhoven.
Reeds als kind treedt ze op, maar de zaak gaat pas aan het
rollen als ze op het lyceum stadsgenoot Peter Koelewijn ontmoet. Peter fungeert bij
optredens aanvankelijk als haar begeleider (met zijn bandje The Rockets), maar
als hij in 1960 plots een megahit scoort met Kom van dat dak af, worden de
rollen omgekeerd: Peter wordt de frontman en Anneke wordt achtergrondzangeres.
Peter groeit in die dagen snel uit tot één van de belangrijkste platenproducers
van Nederland, maar gek genoeg beleeft Anneke haar grote doorbraak twee jaar later aan de hand
van diens voornaamste concurrent, Johnny Hoes. Hoes vertaalt voor haar een
Duitse hit, Heisser Sand, en met Brandend Zand staat Anneke drie maanden
achtereen op nummer 1 in de hitparade.
De tekst van Brandend zand is op het eerste oog een beetje
duister:
Brandend zand en een verloren land
En een leven vol gevaar
Brandend Zand berooft je bijna van 't verstand
En dat alles komt door haar
Het vervolg maakt echter veel duidelijk:
Zwarte Dino, jij wou Nina
die met Rocco was verloofd
En toen Rocco werd gevonden
Werd jouw onschuld niet geloofd
De tekst (bijna een letterlijke vertaling van de
oorspronkelijke Duitse tekst) gaat dus over een passiemoord: een verliefde
jongeman, Dino, heeft een liefdesrivaal uit de weg geruimd en sloeg vervolgens
op de vlucht, om te ontsnappen aan het gerecht (en de wraak van de familie van
het slachtoffer). Het brandende zand en het leven vol gevaar verwijzen
vermoedelijk naar het vreemdelingenlegioen: het toevluchtsoord bij uitstek voor
dit soort jongemannen.
Naar alle waarschijnlijkheid gaat de tekst terug op één van de vele Zuid-Europese volkslegendes over een liefdesdrama dat uitloopt op moord en doodslag. Om dit te benadrukken, lieten de auteur en
componist van de oorspronkelijke versie, Kurt Felz en Werner Schaffenberger,
voor de uitvoering hun keuze vallen op de Italiaanse zangeres Mina (wier accent
extra werd benadrukt). In dit soort legendes is doorgaans sprake van een vrouw die
diverse minnaars het hoofd op hol brengt en uiteindelijk loopt het voor iedereen
slecht af, ook voor de vrouw, die in het beste geval wordt uitgehuwelijkt aan
een veel oudere man maar vaker nog in de prostitutie terecht komt. Het slot van
Brandend Zand lijkt daar voorzichtig op te alluderen:
In de haven van Marseille
danst jouw Nina nu voor geld
slechts de golven zingen zachtjes
wat van Dino wordt verteld
Brandend Zand bereikte in meerdere landen de eerste plaats. Precieze
cijfers uit die periode zijn moeilijk te achterhalen (de hitparade was in 1962 feitelijk
nog natttevingerwerk, de officiële Top 40 die was gebaseerd op verkoopcijfers
bestond nog niet), maar naar schatting werden er wereldwijd tussen de 3 en 3,5
miljoen exemplaren van Brandend Zand verkocht. Ook in Indonesië, Singapore, Maleisië,
België en Duitsland werd Anneke Grönloh dankzij
het nummer een megaster (*1). Met titels als Soerabaja, Cimeroni en Paradiso scoorde
ze nog diverse grote hits, maar het succes van Brandend Zand zou ze nooit
kunnen evenaren. Het nummer blijft haar achtervolgen en gaandeweg wordt ze in
de herinnering meer en meer een one hit wonder, de zangeres van die ene grote,
allesoverheersende hit. Een tijdlang wil ze daarom Brandend Zand niet meer
zingen tijdens optredens, maar uiteindelijk komt ze daar op terug: in de jaren '90,
bij haar zoveelste comeback, neemt ze het nummer weer op in haar set list. Ook
bij haar officiële afscheid in 2015 laat ze het zand nog één keer branden.
R.I.P. Anneke
Moge het zand voor eeuwig blijven branden
Noot:
* (1) In Maleisië had ze nog voor Brandend Zand een hit met het nummer Asmara, dat maandenlang op nummer één stond, maar in Nederland amper werd verkocht. Het nummer markeerde het begin van haar grote populariteit in het verre oosten, waar ze hits scoorde met nummers die in Nederland vaak compleet onbekend bleven. Ze had ook twee nummer 1-hits in het voormalige Joegoslavië met in het Servisch gezongen versies van haar Nederlandstalige hits
Als kind las ik een stripverhaal dat op mij een geweldige
indruk maakte. Ik herinner me niet wie de tekenaar of de auteur was en weet ook
niet of de strip was gebaseerd op een bestaand literair werk in het SF-genre.
De strip vertelde het verhaal van een man die een teletijdmachine had
uitgevonden. Er zijn veel van zulke verhalen, maar dit verhaal was heel
bijzonder. De uitvinder maakte een reis naar de toekomst, en kwam uit in …
niets. Er stonden afbeeldingen bij de tekst en op de laatste afbeelding zag je
hem zitten, in een grote witte leegte. De tekst zei zoiets als: En daar zat
professor Huppeldepup helemaal alleen in het grote niets, te wachten tot zijn
eigen tijd hem had ingehaald.
Het verhaal greep
me aan omdat de situatie me heel goed voorstelbaar leek. De toekomst bestond
immers nog niet, dus wie naar de toekomst reisde kwam nergens terecht, in een
groot niets. Deze opvatting over de tijd, is de voorstelling die we ons
waarschijnlijk allemaal maken. Het is een beeld waarbij de tijd is opgedeeld in
verschillende eenheden, verleden, heden en toekomst. In die voorstelling is de
tijd een soort rijdende trein, bestaande uit afzonderlijke compartimenten. Het
compartiment van het verleden hebben we reeds doorlopen, we bevinden ons nu in
dat van het heden, en we zijn op weg naar het compartiment van de toekomst.
We spreken van de tijd die voorbijraast of de tijd die rijdt
als een trein of stroomt als een rivier, maar dat zou inhouden dat de tijd los
van ons bestaat. We zouden, als het ware, kunnen plaatsnemen aan de oever van
de rivier, en kunnen zeggen: Kijk, daar stroomt de tijd. Maar dat gaat niet: we
kunnen ons niet losmaken van de tijd, de tijd niet isoleren. Als de tijd
stroomt, stromen wij mee. Dat lijkt het antwoord op de bovenvermelde vraag te
beslissen in het voordeel van de eerste optie: de tijd neemt ons mee naar de
toekomst. Maar dat roept de vraag op waar die toekomst zich bevindt. Als we
zeggen dat we ergens naartoe gaan, betekent dat immers doorgaans dat we naar
een andere plaats gaan. Is de toekomst ergens anders? Nee, de toekomst is hier,
maar: niet nu. De toekomst is in de toekomst.
De moderne natuurkunde, met name de relativiteitstheorie,
heeft de klassieke begrippen van tijd en ruimte van de troon gestoten. In zijn speciale relativiteitstheorie schiep Albert Einstein een
vierdimensionaal beeld waarin ruimte en tijd niet langer worden beschouwd als
afzonderlijke entiteiten, maar deel uitmaken van één enkele entiteit,genaamd ruimtetijd, die alle
gebeurtenissen in het verleden, heden en toekomst in ons heelal bevat. De
ruimte-tijd lijkt het weefsel van de werkelijkheid dat ons om-sluit en
in-sluit: we zitten vast en toch bewegen we, en doordat we bewegen, beweegt ook
wat stilstaat mee. We kunnen ons niet vrijelijk in de tijd bewegen, maar wel in
de ruimte, maar om ons in de ruimte te bewegen, is tijd nodig: in nul seconde
kan ik me immers niet verplaatsen.
Hier is niet hier, maar daar. Waar? Ergens in de toekomst. De tijd zal het leren.
Een voortdurend
heden: Tijd als durée
In de natuurkunde wordt tijd hoofdzakelijk gebruikt als
variabele, waarmee prima te rekenen valt; er is wel de nodige losse informatie te sprokkelen over wat tijd is, maar wordt weinig specifiek onderzoek in die richting verricht (*1). Iemand die zich daar wel zeer intensief
mee bezig heeft gehouden, is de filosoof Henri
Bergson (1859-191). Hij maakte een onderscheid tussen het wetenschappelijke
concept, dat voornamelijk de meetbare tijd analyseert, en de tijd zoals die
door ons, subjecten, wordt ervaren. De scheiding die de oppervlakkige geest
aanbrengt - zoals verleden, heden en toekomst - zijn het gevolg van de metingen
waarmee de buitenwereld, met inbegrip van de tijd - wordt geanalyseerd; op een
dieper niveau, aldus Bergson, wordt de tijd ervaren als een durée, in de
letterlijke betekenis van het woord, een voortdurend heden waarin het verleden
langzaam vervaagt en de toekomst zichin
de vorm van verwachtingen aftekent.
Bergson gebruikt zijn begrip 'duur' ook om de vrije wil te
redden van het 'mechanische' wereldbeeld dat volgt, of lijkt te volgen, uit de
visie waarbij de tijd niet duurt, maar wordt gezien als een reeks opvolgende
gebeurtenissen die uit elkaar voortvloeien: het verleden ligt vast,
gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden kunnen niet worden veranderd. Om echt
nieuw te zijn, moeten de nieuwe gebeurtenissen zich voltrekken in de duur: er
vindt, anders gezegd, wording plaats, anders zou het nieuwe slechts een
voortzetting zijn van wat er altijd reeds was. Tijd is voor hem duurzame
creatie, voortdurende schepping en wording, en deze duurzame wording, ziet
Bergson als onze vrijheid.
Bergson schreef zijn belangrijkste werken in een tijd dat de
inzichten van de moderne wetenschappen begonnen door te dringen, en zijn voor
een deel een reactie daarop. Hij wilde
voorbijgaan, of beter: voorbijzien aan het meetbare, aan de metingen die
volgens hem het zicht op de diepere werkelijkheid vertroebelden. Zelfs de taal achtte
hij ontoereikend:het woord met zijn
scherpe contouren, was onpersoonlijk, en verpletterde de subtiele en vluchtige,
ongrijpbare indrukken van het individuele bewustzijn. Het kernidee is dat
slechts les données immediates (*2) van het bewustzijn de diepste waarheden
kunnen blootleggen.
Voorbij de grens
De houding van
Bergson tegenover de taal, doet soms denken aan de denkbeelden van die andere
filosoof, Ludwig Wittgenstein (1989-1951). Wittgenstein had feitelijk heel
andere bekommernissen, maar stuitte ook op dit spanningsveld tussen taal en
kennis. Van hem is de uitspraak: De grenzen van mijn kennis, zijn de grenzen
van mijn taal. Die gedachte werd door hem vereeuwigd in de beroemde slotzin -
wellicht de meest becommentarieerde uitspraak van de moderne filosofie - van
zijn hoofdwerk, Tractatus Logico Philosophicus:
"Alles wat
gezegd kan worden, kan duidelijk worden gezegd, en waarover men niet kan
spreken, daarover moet men zwijgen." (*3)
Let wel:
Wittgenstein legde de grens dus bij de taal, niet bij het denken, dat omvatte
meer, en om überhaupt een grens te kunnen trekken, moesten beide zijden van
deze grens worden ervaren. Die gedachte vertoont raakvlakken met de inzichten van
Bergson. De vraag die zich dan aandient, is echter: Hoe geraken we voorbij die
grens? Wittgenstein dacht aan de mystieke ervaring als omgang met datgene
waarover niet valt te spreken, Bergson wijdt honderden pagina's aan zijn
données immédiates, en verzekert ons dat we langs intuïtieve weg de wereld
metafysiek kunnen leren kennen, maar hoe we precies tot die kennis komen, of
wat die kennis eventueel inhoudt, blijft mistig.
Vallen in de tijd
Als mensen geconfronteerd worden met een theorie die zij
niet goed kunnen bevatten, is een veelgehoorde vraag: Hoe moet ik mij dat
voorstellen? De mens wil de dingen altijd zien, maar sommige zaken,
bijvoorbeeld op subatomair niveau, zijn nu eenmaal zo klein, dat ze zelfs met
de sterkste microscopen niet zichtbaar kunnen worden gemaakt. Ook de tijd kan
als zodanig niet zichtbaar worden gemaakt. Op dat punt, is alleen de speciale
bril van de verbeelding toereikend.
In De Metaforenmachine en beschrijft de psycholoog Douwe
Draaisma het belang van metaforen voor onze kennisverwerving. Het brein is een
beeldenfabriek, en de metafoor is één van de krachtigste hulpmiddelen van het
voorstellingsvermogen. In dit artikel heb ik diverse metaforen gebruikt en Draaisma
gebruikt zelf ook een metafoor als hij het belang van metaforen verklaart door
te stellen dat de metafoor dient als een scharnier tussen het nieuwe en het
vertrouwde. De metafoor introduceert het nieuwe door te wijzen op analogieën
met wat we reeds weten. Op die manier wordt het vreemde al iets minder vreemd.
De werking is gedeeltelijk psychologisch: de metafoor voelt aan als een
zielsverwant aan wiens hand we het onbekende betreden. Vandaar dat we allemaal
graag op metaforen terugvallen, ook de natuurkundigen onder ons. Sylvia schrijft:
""Mij
spreekt het beeld dat we met ons gezicht naar het verleden gericht achterwaarts
naar de toekomst toe vallen, omdat we ons het verleden herinneren en de
toekomst niet (wat te maken heeft met de pijl van de tijd). Maar het is ook
niet meer dan dat: een mooie metafoor."
Inderdaad, een prachtig beeld. Maar beelden, en zeker
metaforen hebben soms een vreemde bijwerking. Wat mij vooral trof bij deze metafoor, was het beeld van de vallende vrouw. Het is alsof de vrouw
valt in de tijd. Vallen in de tijd, als dat mogelijk was, zou je dan ook uit de
tijd kunnen vallen? De vraag voerde me plots terug naar mijn vroege jeugd, naar
een programma genaamd Comedy Capers. Daarin zag ik eens een kort fragment op
van een man die boven hemel en aarde zweefde, hangend aan de wijzers van een
klok. Dat beeld greep me aan, even sterk als het beeld van de professor, die de tijd achter zich had gelaten en nu in het niets moest wachten. Ik keek telkens naar het programma, in de hoop meer van het filmpje te zien, maar het keerde nooit terug. Pas jaren later ontdekte ik wie deze bungelende man was.
Vallen uit de tijd :
Harold Lloyd
Harold Lloyd is een filmacteur uit het stomme tijdperk. Hij
is vooral bekend vanwege zijn gewoonte om zijn eigen stunts uit te voeren, ook
al waren ze uiterst riskant. In 1919 verloor hij op de set de duim en
wijsvinger van zijn rechterhand, maar dat weerhield hem er niet van om vier
jaar later zelfaan een torenklok te
gaan hangen in de film Safety Last! (*4). De stunt leverde één van de meest
iconische beelden op uit de filmgeschiedenis: de gebrilde Harold Lloyd, hangend
tussen hemel en aarde, zich vastklampend aan de wijzers van een klok.
Voor zover ik heb kunnen achterhalen, had Lloydgeen speciale bedoelingen met dit beeld, maar
bij het zien van de scène is de gedachte dat hier iets wordt meegedeeld over
tijd en ruimte bijna onweerstaanbaar: de bungelende Lloyd lijkt niet alleen de
zwaartekracht te tarten,maar ook de
tijd op de proef te stellen. Hij hangt aan de wijzers van de klok maar die
dreigen te bezwijken onder zijn gewicht; op een bepaald moment komt de wijzerplaat
los van het raamwerk, alsof de zwaartekracht niet alleen grip heeft op Lloyd en
de klok, maar op de tijd zelf, en op het punt staat om het weefsel van de
werkelijkheid uiteen te rukken.
Waar zou Lloyd terecht zijn gekomen als hij was gevallen? Op
straat? Of zou hij zijn verdwenen, niet alleen uit de scène, of de film, maar
ook uit de tijd? Of zou hij zijn uitgekomen bij Professor Huppeldepup, in een
grote witte ruimte, waar de tijd nog niet is aangeland? Zo'n ruimte bestaat
misschien niet, maar kan wel zichtbaar worden gemaakt, met de bril van de
verbeelding.
Een kort fragment (ongeveer 1:30) van Safety Last. Kijk en huiver ...
Langer fragment (7:30), voor de liefhebbers:
- Speciaal voor Lies Jacobs, illustratrice. Ze liet zich voor haar eindwerk Illustratieve Vormgeving inspireren door het onderwerp 'de tijd'; voor mij was haar werk een inspiratiebron. Noten:
* (2) De Franse term die Bergson gebruikt, données
immédiates, wordt in de Nederlandse vertaling weergegeven als 'onmiddellijke gegevenheden'. Het idee achter de term is dat de gegevens rechtstreeks, dus zonder medium of tussenstation, beschikbaar zijn
* (3) In het Duits: Was sich überhaupt sagen lässt, lässt sich klar sagen, und wovon man nicht reden kann, darüber muss man schweigen
* (4) De film kan in zijn geheel worden bekeken op You Tube: hier
Zoals veel mensen van mijn leeftijd ben ik opgegroeid met
Bonanza. Als ik me niet vergis werd de serie op een doordeweekse avond uitgezonden, aan
de late kant, dus je moest telkens weer zeuren om op te mogen blijven. De
volgende dag werd de aflevering op de speelplaats natuurgetrouw nagespeeld,
compleet met de juiste stembuigingen. Herman Brusselmans schreef een boek De
Terugkeer van Bonanza, maar dat boek heb ik niet gelezen. Het ging, als ik me
niet vergis, ook niet over Bonanza. Ik heb wel een aantal andere boeken gelezen
en ben ook teruggekeerd naar Bonanza. Dat gebeurde in 2004 of 2005 en de
terugkeer viel samen met een poging om
van het roken af te komen. Dit keer werd de serie in de namiddag uitgezonden.
Ik nam de afleveringen op en beloofde mezelf dat ik de opname mocht bekijken - voor
het slapengaan - als ik de rest van de dag van de sigaretten wist af te
blijven. De poging om van het roken af
te komen slaagde. Men zou dus kunnen zeggen dat ik dankzij de Cartwrights
gezonder ben gaan leven. Snoep verstandig, eet een appel en kijk naar Bonanza!
Carwrights & Bonanza's
Hoewel de familie Cartwright heette, spraken wij als
kinderen van de Bonanza's. Pa Bonanza en zijn drie zonen. Ik wilde altijd Adam
zijn, Adam Bonanza. Dat kwam zo: ik werd vaak minachtend 'Witte' genoemd vanwege mijn ziekelijk bleke huid. Bovendien
was ik wat kleiner dan gemiddeld en leed ik aan bronchitis. Adam was groot en
sterk, en bovendien zongebruind. Bonanza is Spaans voor welvaart, maar in
Nevada, waar de serie zich afspeelt, werd de term gebruikt in verband met de vondst van edelmetaal. De
eerste belangrijke zilvermijn, de Comstock Lode, lag niet ver van de plaats
waar in de serie de ranch van de Cartwrights, de Pondarosa, is gesitueerd,
nabij de plaats Virginia City. De Cartwrights hadden hun rijkdom blijkbaar te danken aan deze mijn (*1). De bekende generiek van de serie, toont een in
brand vliegende kaart van de streek waarop het grondgebied van de Cartwrights
in oranjebruine kleur is aangeven: de kleur van de Pinus Ponderosa, de Latijnse
naam van de Noord-Amerikaanse den, het hout waarmee de ranch van de Ponderosa
was gebouwd. De Pondarosa werd voor de serie gebouwd aan de oevers van Lake
Tahoe (*2) en kon nadat de serie was geëindigd lange tijd door het publiek
worden bezocht. In 2004 werd de grond waarop de Pondarosa staat verkocht en
sindsdien is het gebouw voor het publiek gesloten. De meeste opnames werden trouwens gemaakt in de studio, waar een deel van de Ponderosa was nagebouwd.
De Ponderosa
Kleuren maken de man
Bonanza werd uitgezonden tussen 1959 en 1973 en is met 14
seizoenen en 431 afleveringen de op één na langstlopende westernserie uit de
geschiedenis. Alleen Gunsmoke liep langer (20 seizoenen, 635 afleveringen),
maar Bonanza was in de VS vaker de populairste TV-serie van het jaar
(driemaal, tegenover Gunsmoke slecht één
keer). In Vlaanderen won de serie drie keer op rij de prijs van de kijker van
het blad Humo. Gek genoeg kende Bonanza een moeizame start: de kijkcijfers voor
de eerste twee seizoenen waren laag en de reacties van critici wisselend; er
was enige waardering voor de moed om sociale problmen zoals
rassentegenstellingen aan de kaak te stellen (hierover later meer), maar men
vond de serie statisch en weinig avontuurlijk. De productiemaatschappij, NBC,
overwoog om Bonanza af te voeren en gaf alleen groen licht voor een derde reeks
omdat de reeks werd opgenomen in kleur. In die tijd was dat nog iets nieuws en
NBC wilde graag verder met het procedé experimenteren. Het was eenvoudiger om
een bestaande serie voort te zetten dan een nieuwe op te starten.
Vrijgezellen en weduwnaars
Een eigenaardigheid van westernhelden is dat ze zelden
gehuwd zijn. Adam, Hoss en vooral Little Joe hadden met enige regelmaat
romantische avontuurtjes, maar kenden geen geluk in de liefde: de beminde
overleed aan het eind van de aflevering of ging er met een ander vandoor, er
was altijd wel wat. En wat was er gebeurd met hun moeder? In Bonanza was dit
een driedubbel probleem, want de broers werden
gepresenteerd als halfbroers : ze hadden dezelfde vader, maar verschillende
moeders. Vermoedelijk wilde men via deze ingreep de nogal radicale
verschillende in uiterlijk en karakter verklaren. Adam was een evenwichtige
persoonlijkheid, een denker die aan de oostkust architectuur had gestudeerd
(hij had ook de Pondarosa ontworpen), Hoss een goedmoedige reus met een grote eetlust
en nakomeling Joe een opvliegerig opdondertje met een oog voor de meisjes. Alle
drie de moeders kregen hun eigen zogenaamde flashback-aflevering; de moeder van
Hoss kreeg er zelfs twee:
* Elizabeth, My Love (serie 2, aflevering 32): Aan het bed
van een zieke Adam, vertelt Ben hoe hij diens Britse moeder Elizabeth leerde
kennen aan boord van een zeilschip
* Inger, My Love (Serie 3, aflevering 29): Terwijl Hoss op
weg is naar huis en er een zware storm opsteekt, herinnert Ben zich zijn
romance met de Zweedse Inger, die het leven zou schenken aan Hoss. In deze
aflevering wordt ook onthuld wat de betekenis is van de naam 'Hoss': het is
slang uit de regio van de Smokey Mountains voor een vriendelijke krachtpatser,
een beer van een vent met een gouden hart
* Journey Remembered (Serie 5, aflevering 8): In een
voortreffelijke aflevering, één van de beste van de serie, denkt Ben aan zijn
tocht naar het Westen, aan de zijde van Inger, de moeder van Hoss, die wordt
gedood tijdens een gevecht met Indianen
* Marie, My love (Serie 4, aflevering 20): Ben ontmoet
tijdens een trip naar New-Orleans de Frans-Creoolse weduwe Marie DeMarigny en
wordt verliefd op haar. Er wordt gesuggereerd dat zij kort na de geboorte van
Joe overlijdt, maar de gebeurtenis wordt niet in beeld gebracht.
Top-billing en equal billing
Eén van de belangrijkste vragen bij een film of TV-serie met
diverse centrale personages, is de vraag wie de eerste plaats in de
rolverdeling krijgt (top-billing). Die vraag is vooral van kapitaal belang
indien tijdens de begingeneriek, net als bij Bonanza, de gezichten daadwerkelijk in
beeld worden gebracht (en niet alleen de namen). Voor Bonanza werd een elegante oplossing
bedacht voor dit probleem: nadat de kaart in brand is gevlogen, rijden de vier
Cartwrights zij aan zij richting camera en vervolgens worden ze één voor één in
close up gefilmd, terwijl hun acteursnaam in vette letters in beeld verschijnt.
Per aflevering werd de volgorde waarin de acteurs werden gepresteerd
afgewisseld. In het jargon heet dit equal billing.
Einde deel 1 - Wordt vervolgd
Noten:
* (1) In een versie met tekst van de Bonanza song, wordt
echter melding gemaakt van goud:
"With a gun and a rope and a hatful of hope
We planted our family tree
We got ahold of a potful of gold - Bonanza
With a
horse and a saddle and a rig full of cattle
How rich
can a fella be?"
* (2) De kaart die wordt getoond in de generiek, heeft
(zeer ongewoon) een verticale Oost-West-as. De Ponderosa ligt aan de
oostelijke, niet de noordelijke oever van Lake Tahoe
Sommige gezichten leer je pas goed kennen nadat ze door een cartoonist
in een spotprent zijn verwerkt. Op dezelfde manier dringt de eigenaardigheid
van bekende songteksten soms pas tot je door bij het aanhoren van een
vertaling. Ik ben ooit in een minutenlange trance gebracht door een Franse
straatzanger, op het plein voor Centre Pompidou. U kent het type wel: gitaar,
matige stem, veel goede wil, sjofele kledij en een hoed op de grond voor de
muntjes. Alles even voorspelbaar, behalve het lied dat hij ten gehore bracht, een
Franse versie van een beroemde folk song:
Si j'avais un
marteau, un marteau le matin
Tja, if I
had a hammer, a hammer in the morning. Duizenden keren gehoord, zonder
erbij stil te staan. Waar heeft iemand een hamer voor nodig, in the morning, in
the evening, all over this land? Een paar dagen geleden werd ik plots aan het
voorval herinnerd nadat in dezelfde stad, Parijs, een IS-sympathisant werd neergeschoten nadat hij enkele
politiemensen met een hamer te lijf was gegaan.
Pete Seeger
If I had a
hammer I'd hammer in the morning
I'd hammer in the evening all over this land
I'd hammer out danger, I'd hammer out warning
I'd hammer out love between my brothers and my sisters
All over this land
Het klinkt lieflijk, alsof de tekst is geschreven in die
goede jaren zestig. Niet echt het soort tekst waardoor een terrorist zich zal laten inspireren. Broeders en zusters, vrijheid, blijheid en love is all you
need. Maar let op: de song dateert van de jaren veertig, en werd geschreven (door Pete
Seeger en Lee Hays) ter ondersteuning van de Amerikaanse Progressive Party, een
in 1948 opgerichte, radicale en tamelijk
omstreden politieke beweging die meermaals in opspraak kwam vanwege sympathieën voor (en naar men zei ook banden met) communistische
regimes. De
hamer is blijkbaar de communistische hamer die hoort bij de sikkel. De song
werd - door Pete Seeger - voor het eerst ten gehore gebracht tijdens een
samenkomst in New York, ter ere van de leiders van de communistische partij, die waren
aangeklaagd voor landverraad (*1)
Communistische liederen zijn - net als de strijdliederen van
de Nazi's trouwens - vaak erg mooi, maar ze stralen bij voorkeur vastberadenheid
uit, onverzettelijkheid, zoals bijvoorbeeld het Italiaanse Bandiera Rossa, met
als tekst:
Avanti o popolo,
alla riscossa,
Bandiera rossa,
Bandiera rossa
Avanti o popolo,
alla riscossa,
Bandiera rossa trionferà.
Vrij vertaald: Vooruit kameraden, niet bij de pakken
neerzitten, achter die rode vlag aan, op naar de eindoverwinning! Dat is
tenminste ferme taal. Het hamertje tik van
Seeger en Hays steekt daar schil bij af. Waarom eigenlijk? Zij waren in de
periode na de oorlog, toen het lied geschreven werd, beiden actief binnen de arbeidersbeweging en
namen hun politieke engagement ongetwijfeld serieus. Volgens
Seeger, in een interview uit 1985, waren commies de enigen die in die dagen
over peace and liberty spraken, en klonken zulke woorden derhalve wel degelijk
radicaal (*2). En verder moesten Hays en hijzelf op hun woorden passen, al te
expliciete teksten werden niet op prijs gesteld in het naoorlogse Amerika. Seeger zou in de jaren zestig trouwens actief
zijn binnen de hippiebeweging, dus helemaal verrassend zijn die verwijzingen
naar lieve broeders en zusters niet. Enkele andere songs van zijn hand zijn
Where have all the flowers gone (!) en het op het Bijbelboek Prediker
gebaseerde Turn, turn, turn (het bekendst in de uitvoering van The Byrds).
Seeger nam de song zelf op met zijn groep The Weavers (als
The Hammer Song), maar zonder veel succes. Meer dan tien jaar later, in 1962, werd
het nummer opgepikt door Peter, Paul & Mary, die er een bescheiden hit mee
scoorden, maar het werd pas een echte kraker in de uitvoering van Trini Lopez,
die er in 36 landen de eerste plaats van de hitparade mee bereikte. In de
biografie van Trini Lopez valt geen enkel politiek engagement te ontdekken,
laat staan communistische sympathieën of revolutionaire gedachten. Ook hij
vermoedde blijkbaar flower power waar Seeger power to the people had bedoeld.
Inmiddels behoort het lied tot het collectieve geheugen van
de mensheid en is de politieke dimensie geheel naar de achtergrond gedrongen.
Er bestaan uitvoeringen van grote namen als Johnny Cash, Aretha Franklin, Sam
Cooke en Wanda Jackson, maar het zal altijd wel een beetje de hit blijven van
Trini Lopez. Er bestaat er zelfs een Nederlandstalige versie, getiteld Oh, had ik maar 'n hamer, van Rob de Nijs en The Lords waar ik, eerlijk gezegd, nooit
eerder van had gehoord. De Franse vertaling waarop ik in Parijs werd getrakteerd,
was van de hand van Claude François, oftewel "Clo Clo" zoals de
Fransen hem kennen (*3).
Clo-Clo bereikte met de Franse versie iets wat Trini niet
was gelukt: de eerste plaats bereiken in eigen land. Ondanks het wereldsucces
en de 36 eerste plaatsen, bleef If I had a Hammer in de VS steken op de derde plaats van de Bilboard Hot
100.
* (3) Clo-clo is één van de populairste Franstalige
artiesten van de 20ste eeuw. Hij vertolkte voornamelijk door andere geschreven
materiaal, maar schreef wèl (samen met Gilles Thibaut) Comme d'habitude, dat
door Paul Anka werd vertaald als My Way en uitgroeide tot wellicht het meest vertolkte
lied uit de geschiedenis van de lichte muziek; er bestaan ruim 1500
uitvoeringen van.
R.I.P. Chriet Titulaer (9 mei 1943 - 25 april 2017)
Men spreekt
wel van markante verschijningen. Met zijn kabouterbaard, sjofele kledingstijl
en zachte, bijna vloeibare Limburgseg viel de afgelopen weekend op 73-jarige leeftijd
overleden sterrenkundige Chriet Titulaer zeker in die categorie. Hij cultiveerde
het imago van verstrooide professor omdat hij wist dat het hem goed van pas
kwam bij zijn televisieoptredens. Titulaer werd in één klap Neerlans bekendste
geleerde toen hij samen met Henk Terlingen ("Apollo Henkie") de
eerste maanlanding live becommentarieerde op televisie. Terlingen speelde daarbij
het balorige maar nieuwsgierige neefje, Titulaer de guitige maar toch ook strenge
professor.
In de daaropvolgende
jaren steeg zijn roem tot ongekende hoogte: als er weer eens een opmerkelijk
wetenschappelijk nieuwtje was, werd hij in de studio uitgenodigd om commentaar
te leveren. Hij werd zo populair dat diverse cabaretiers en komieken hem gingen
imiteren. Een imitatie van Wim de Bie streelde zijn ijdelheid, maar hij was boos toen André van Duin hem bij
een persiflage omdoopte tot 'Tiet Kittelaar'. De persiflage ging de lucht in
tijdens een live-uitzending naar aanleiding van de Firato, een tentoonstelling
gericht op audio- en videoapparatuur. Half Nederland zat voor de buis, Chriet
Titulaer zat in de zaal en was zo van slag dat een gepland interview een kwartier moest
worden uitgesteld.
Titulaer en
interviews, het is een verhaal apart. In het laatste jaar van de middelbare
school kwamen een vriend en ik op het idee om hem te interviewen
voor de schoolkrant. De afspraak werd gemaakt via een oom van die vriend die iemand kende die Chriet Titulaer kende. Ik herinner me dat we op een woensdagavond, terwijl we naar een voetbalwedstrijd
zaten te kijken, plots te horen kregen dat we op zaterdagmiddag werden verwacht in
het Dr. A.F. Philips Observatorium, de sterrenwacht in Eindhoven.
We waren doodzenuwachtig want waar moesten we het in
vredesnaam met Chriet Titulaer over hebben? Over ruimtevaart, natuurlijk, maar we
hadden daar zo weinig verstand van dat we er geen zinnige vraag over konden bedenken. Bij de ingang van het observatorium kregen we te horen
dat we aan het verkeerde adres waren. Chriet Titalaer? Nee, die werkte hier
niet. We waren bijna opgelucht, maar een tweede persoon wist te vertellen dat
Chriet Titulaer inderdaad die middag op het observatorium werd verwacht; hij had
er eigenlijk al moeten zijn, maar hij had veel aan zijn hoofd en stond niet bekend als erg punctueel.
We hadden de
moed al opgegeven toen Chriet Titulaer eindelijk binnen kwam stormen. Ach ja, die afspraak.
Helemaal vergeten. Konden we nog even wachten? Geef die jongens wat te drinken
en geef ze ook wat te lezen. En weg was hij. Een man bracht ons twee bekers
koffie en ook een boek, een populariserend werk over ruimtevaart, geschreven
door - wat dacht u? - Chriet Titulaer.
We hebben Chriet die middag niet meer teruggezien. Het geplande interview werd nooit afgenomen, maar wel
gepubliceerd. Het boek nam ik mee
naar huis en las het in één ruk uit. Chriet Titulaer gaf antwoorden op vragen die ik mezelf nooit had gesteld,
maar die bij nader inzien voor de hand lagen. Ik schreef de vragen uit en
kopieerde de uitleg van Titulaer. De leraar natuurkunde was trots
op ons. Hij schreef - mede namens ons - een dankbriefje aan de grote geleerde, met nog een paar bijkomende vragen, maar kreeg nooit antwoord. Ach, wat zou het, die man had zoveel aan zijn hoofd,
dat interview was hij vast al lang weer vergeten.
Net als veel anderen luister ik graag naar oude hits, liedjes
die succesvol waren toen ik een kind was. Het aardige van die bezigheid is dat
je nu plots begrijpt waar die liedjes over gingen, iets waar je vroeger amper
enig idee van had. Help van de Beatles was een enorme hit en we brulden de
lange uithaal allemaal mee Hééééééélp. Dat dit een schreeuw was om hulp,
begrepen we wel, maar niemand wist te vertellen wat er precies aan de hand was. No
Milk Today van Herman Hermits ging ons verstand helemaal te boven. Iemand had
uitgevist dat de titel zoiets betekende als 'Geen melk vandaag'. Waarom zou je
daar over willen zingen? (*1)
Van Engels begonnen we gaandeweg steeds meer te begrijpen,
voldoende om een titel als A Whiter Shade of Pale om te toveren tot Een Witte Scheet uit de Peel. Frans vormde echter een onoverbrugbare taalbarrière. Ik wist
dat monsieur het Franse woord voor meneer was, maar had geen flauw idee van wat Vous
permettez betekende. Franstalige hits waren overigens vrij zeldzaam in
Nederland. Zelfs Johnny Halliday had er slechts twee nummer één hits, Les
Tendres Années en Pour moi la vie va commencer (*1). Opvallend is dat Johnny
zijn Nederlandse tophits scoorde vóór de komst van Radio Veronica in 1965, dat zich
vrijwel geheel op Engelstalige pop zou gaan richten.
Ook de Franstalige Canadese Lucille Starr scoorde haar hits
in de vroege jaren zestig. In de eerste Top 40 die door Radio Veronica werd
gepubliceerd, op 2 januari 1965, stond Lucille Starr op de tweede plaats met
haar grootste hit, The French Song, een hypnotisch nummer, met een gemengd
Frans-Engelse tekst; vooral de openingszin is bekend geworden: Quand le soleil
dit bonjour aux montagnes. Lucille zou het succes van The French Song nooit kunnen herhalen, maar ook Jolie
Jacqueline en Colinda deden het in Nederland heel aardig; het laatste nummer bereikte zelfs de
derde plaats. Over dat nummer, Colinda, een meer speciaal de Franse tekst
ervan, wil ik het nu hebben.
In het Frans heb ik in de loop van mijn leven genoeg
vorderingen gemaakt om een film met Louis de Funès zonder ondertitels te kunnen
volgen. Ook de hits van Adamo uit mijn vroege jeugd leveren geen problemen meer
op, maar de Franse tekst van Colinda (net als The French song is de tekst
tweetalig Frans-Engels) blijft ook na al die jaren raadselachtig. Hier en daar
is wel een woord of tekstflard verstaanbaar, maar even zo vaak klinkt lijkt de
tekst geschreven in een soort fantasietaal. probeer het zelf maar (let op, de
Franse tekst volgt pas na de Engelse):
De Engelse tekst zal weinig problemen opleveren en de eerste
versregel is een aanwijzing voor de herkomst van het lied:
Colinda was the cutest Belle in all the Bayou land
Een Belle is een schone uit het zuiden van de Verenigde
Staten, en Bayou Land of Bayou Country is een moerassige streek in de
zuidelijke staat Louisiana. De meeste inwoners van Bayou Country zijn
zogenaamde Cajun, afstammelingen van de Acadien, de eerste Franse kolonisten
die zich vestigden op Acadia. Ook wonen er nogal wat personen van gemengd Creoolse
afkomst. De bewoners hebben een geheel eigen muziekcultuur en ook de lokale keuken
en taal, het Cajun-Frans, zijn heel speciaal.
Colinda, de song, is een traditional en de meeste
Cajun-artiesten hebben het op hun repertoire, maar het Frans dat door Lucille
Starr ten gehore wordt gebracht, wijkt weer af van het patois dat in Louisiana
wordt gesproken. Zoals gezegd heeft Lucille Starr de Canadese nationaliteit: ze werd geboren als
Lucille Marie Raymonde Savoie in Franstalige gemeenschap van St. Boniface in de
Canadese provincie Manitoba. Veel inwoners zijn van Creoolse afkomst en het
Frans dat ze spreken wijkt sterk af van het Frans dat elders in
Canada wordt gesproken (en dat voor Europeanen vaak al lastig genoeg te
begrijpen valt); het patois is wel verwant aan het patois van de Cajuns, maar
men schijnt elkaar toch maar moeilijk te kunnen verstaan.
Ik was als kind vooral gek op het inleidende kinderkoor en
de uithaal die voorafgaat aan de het eerste vers (Lucille Starr kon blijkbaar
jodelen): Allons danser Colinda. Het is dus blijkbaar een uitnodiging tot
een dans. De tekst is als volgt:
Allons danser, Colinda
Allons danser, Colinda
Pendant ta mère est pas là
Pour faire facher les vieilles femmes
C'est pas tout le monde peut danser
Tous les vieilles valses du vieux temps
Pendant ta mère est pas là
Allons danser Colinda
Nog iets over de inhoud: De herkomst van het liedje is niet helemaal zeker, maar vermoedelijk werd in de tekst oorspronkelijk geen Zuidelijke schone genaamd Colinda
bezongen. De tekst gaat blijkbaar terug op een dans genaamd de Calinda of Calenda.
Deze van oorsprong Afrikaanse dans werd naar Louisiana gebracht door de
negerslaven die op de katoenplantages te werk werden gesteld. Oorspronkelijk
zou het dus een uitnodiging zijn geweest om de Calinda te dansen: Allons
danser la Calinda. Toen de herinneringen aan de tijd van de slavernij
vervaagden, is men in Calinda een naam gaan zien, en werd Calinda verbasterd
tot het meer gebruikelijke Colinda
Voor een echte Cajun-uitvoering van het nummer, kan men terecht bij Lee Benoit:
Noten:
* (1) Het was blijkbaar een boodschap waarmee iemand de bons kreeg:
No milk today my love is gone away The bottle stands forlorn a symbol of the dawn No milk today it seems a common sight But people passing by don't know the reason why
How could they know just what this message means The end of all my hopes the end of all my dreams How could they know a palace there had been Behind the door where my love reigned as queen