Een blog met teksten over filosofie, wetenschap, politiek, sport, kunst en de nodige flauwekul
zaterdag 30 maart 2013
De Tand des Tijds
Naar aanleiding van een wortelpuntoperatie
De tijd heelt alle wonden, behalve die van de tijd zelf. Ieder glad babyhuidje eindigt als verschrompeld perkament. De ooit zo pronte borsten gaan onherroepelijk hangen. Wat eens fier verrees bij de minste prikkel, is uiteindelijk slechts dankzij wondermiddeltjes omhoog te krijgen. Aderen slibben dicht, het hart slaat al eens een slagje over, haren en tanden vallen uit.
De bioloog Midas Dekkers vergelijkt in De Vergankelijkheid de talloze bacteriën die dagelijks aanvallen plegen op het gebit met Hollandse kroeglopers die op weg van het ene café naar het andere hun blaas ledigen tegen de muur van de Antwerpse kathedraal. Zo'n kathedraal staat stevig, maar Hollanders zijn het grootste volk ter wereld - fysiek dan toch - en hebben een grote blaas: vroeg of laat krijgen die zeikerds de kathedraal plat. Ooit was het Forum Romanum het pronkerige centrum van een wereldrijk, nu is het enkel nog het rijk van wilde katten die er jagen op de talloze muizen. Het nabijgelegen Colosseum wordt met kunst en vliegwerk overeind gehouden. Een monument op krukken.
Monumenten houden het meestal toch diverse eeuwen uit. Het verval gaat langzaam, zo langzaam dat mensen vaak verbaasd opkijken indien ze een beroemd bouwwerk opmerken op oude foto's of filmpjes: Hé, de Toren van Pisa bestond toen ook al, en hij stond toen ook al scheef. Het gebouw lijkt die beruchte tand des tijds te hebben getrotseerd, het is de omgeving die is veranderd: de geparkeerde auto's die toevallig zijn gefotografeerd, de kleding van de toeristen, het ziet er allemaal hopeloos gedateerd uit, uit de mode, uit de tijd. Bij mensen gaat het verval sneller, en daarom lijken zij op foto's sterker te zijn verouderd dan hun omgeving: het park waarin de foto is getrokken ligt er nog altijd zonnig bij, het gras is gemaaid, de bomen zijn gesnoeid, maar jijzelf bent uitgezakt, opgezwollen of juist verschrompeld. Zelfs drie of vier jaar oude foto's kunnen mensen hevig aan het schrikken brengen: Ben ik dat? Toch niet zeker? Maar het antwoord is: Ja, dat ben jij.
Veroudering: kapitalen worden uitgegeven om het proces te vertragen. We laten facelifts uitvoeren om het gladde babyhuidje in ere te herstellen. Glad is jong, rimpelingen zijn als jaarringen: hoe meer, hoe ouder. We sloven ons uit in de fitness om het verzakte lichaam weer wat in aantoonbare vorm te krijgen, maar op de levensweg heerst eenrichtingsverkeer: de pijl van de tijd, zo heeft Stephen Hawking ons uitgelegd, is onomkeerbaar, wijst onherroepelijk op de uitgang.
Misschien maken we ons te druk. Rimpels wijzen wel op veroudering, maar echte jaarringen zijn het niet. Om bij een boom zicht te krijgen op de jaarringen, moet hij eerst worden omgezaagd, anders is men aangewezen op een reeks uiterlijke kenmerken die, net als bij de mens, allesbehalve nauwkeurige informatie leveren. Bij een vrouw die een facelift heeft laten uitvoeren, lijkt de huid vaak ergens achter de oren te zijn verknoopt. Geen gezicht. Een facelift richt meer schade aan dan een paar oneffenheidjes. Rimpels zeggen wel iets, maar niet zo veel als wij vrezen. De meest nauwkeurige aanwijzingen worden geleverd door het skelet: aan de slijtage van bepaalde botten en gewrichten kan een patholoog-anatoom tamelijk nauwkeurig de leeftijd van een persoon afleiden. Maar net als de boom, moet de persoon eerst worden doorgezaagd om zicht te krijgen op de jaarringen. Vissen hebben oorsteentjes die 's zomers meer kalk afzetten dan 's winters. Maar om de steentjes te bestuderen, moet de vis worden opengesneden. Bestudeerde vissen kun je vervolgens opeten, bij opengesneden mensen ligt dat minder voor de hand.
Net als slangen vervellen we, maar bij ons is het een gestadig proces, we vervellen zogezegd online. We zouden net als die slangen in één keer een verouderde en niet langer bruikbare huid moeten kunnen afwerpen. Wat wij echter afwerpen of wegsnijden zijn we definitief kwijt en er groeit niets nieuws voor in de plaats, althans niets wat op het oorspronkelijke lichaamsdeel lijkt. Een uitzondering wordt gevormd door de tanden. Tussen het zesde en elfde levensjaar, wordt het melkgebit vervangen door een steviger geworteld exemplaar. Maar in tegenstelling tot voetbalcoaches, mag de grote baas van ons lichaam slecht één wissel doorvoeren, daarna is de tijd even onherroepelijk voor de tanden als voor de rest van het lichaam. En uiteindelijk winnen de pissende kroeglopers. Tanden slijten, verweken, ontsteken. En dan wacht de martelkamer van de kaakchirurg.
Bibliografie:
* Midas Dekkers, De Vergankelijkheid, Uitgeverij Contact, Amsterdam/Antwerpen, 1997
* Stephen Hawking, A Brief History of Time, Bantam Books, New York, 1988
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten