Hoe ik op haar blog terecht ben gekomen, laat zich niet meer achterhalen. Stom geluk of gelukkig toeval, de blog van Sylvia Wenmackers, natuurkundige en wetenschapsfilosofe, is snel uitgegroeid tot één van mijn favorieten. Zij doet mij een beetje denken aan mijn favoriete Nederlandstalige schrijver Rudy Kousbroek die zijn verstand het mooiste stuk speelgoed vond dat hij ooit had ontvangen. In het verlengde hiervan, zou ik Sylvia's blog een speeltuin willen noemen voor de denkende mens. Je vindt er eigenlijk van alles, van wetenschappelijke raadseltjes tot filosofische wissewasjes en uiteenzettingen over hyperreële getallen.
Op de middelbare school had ik een leraar die graag benadrukte dat natuurkunde in de eerste plaats 'waarnemen' was. Daar begon het volgens hem allemaal mee. In een van haar laatste stukjes, bewijst Sylvia dat ze een betere waarnemer is dan ik: ze vergelijkt de regenboogtrui van het wielrennen met een echte regenboog, en merkt op dat de kleuren van beide niet overeenkomen. Mij was dat nooit opgevallen, ik dacht echt dat de regenboogtrui van de wereldkampioen wielrennen zo werd genoemd omdat de kleuren van de trui de kleuren van de boog waren. Maar de kleuren van de regenboog zijn rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet, die van de regenboogtrui blauw, rood, zwart, geel en groen. Het verschil is dus vrij groot.
Ik ben geen liefhebber van wielrennen, vandaar dat ik de kleuren van de regenboogtrui nooit goed heb bestudeerd. Ik houd wel van regenbogen, heb ze altijd fascinerend gevonden. Ik herinner me een verhaal van een Amerikaanse schrijver, waarin hij vertelt dat hij als kind het gevoel had dat je aan het einde van de regenboog, daar waar deze de aarde raakte, stukjes kon loshakken, die je vervolgens als lolly zou kunnen oplikken. Wie was die schrijver? Ik weet het niet meer. Ik heb vaak vergelijkbare gedachten gekoesterd in verband met natuurverschijnselen. Als kind stelde ik me voor dat sterren gaatjes in het firmament waren, waardoor licht naar beneden viel. Ook hield ik mezelf voor dat je over de ringen van Saturnus zou kunnen lopen. De ontdekking dat de ringen bestaan uit deeltjes die zijn samengesteld uit ijs, rotsblokjes, stof en gruisdeeltjes, absoluut ongeschikt als wandelpad (je zakt daar dwars doorheen!), deed aan die voorstelling niets af.
Bij de hierboven bij name genoemde schrijver Rudy Kousbroek, kwam ik trouwens een andere gedachte tegen over de natuur die ik zelf vaak heb overwogen, en wel dat alles wat aan mijn geboorte is voorafgegaan, onecht is. Het universum is pas ontstaan bij mijn geboorte. Hoewel ik weet dat het niet zo is,heb ik me nooit volledig van het denkbeeld kunnen losmaken. Nog altijd vind ik het een beetje oneerlijk dat het heelal bestond voordat ik er was, zoals ik het ook oneerlijk vind dat het zal blijven bestaan nadat ik ben gestorven. Dat ik ben samengesteld uit sterrenstof (dat zegt men tenminste), en als zodanig deel zal blijven uitmaken van het grote geheel, is een schrale troost: het is mijn geest die in opstand komt. Het heelal, dat ben ik, en ooit zal ik over de ringen van Saturnus lopen, wie weet in een regenboogtrui.
Op dit stukje kwam een reactie, zie hiervoor het Vervolg: DROMEN VAN SATURNUS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten